Op Prinsjesdag heeft het kabinet de belastingplannen voor 2025 gepresenteerd. Deze plannen hebben grote invloed op zzp’ers, ondernemers met een eenmanszaak, vof, maatschap of cv. Hieronder zetten we de belangrijkste veranderingen op een rij.
Wijzigingen in de inkomstenbelasting
Voor 2025 wordt de inkomstenbelasting in box 1 aangepast. De eerste schijf wordt opgesplitst in twee delen, waardoor er drie schijven ontstaan:
- Over je inkomen tot €38.441 betaal je 35,82% belasting. Dit is lager dan het tarief in 2024.
- Voor inkomens tussen €38.441 en €76.817 stijgt het tarief naar 37,48%.
- Inkomen boven €76.817 blijft belast tegen 49,5%, hetzelfde als in 2024.
Voor lagere inkomens betekent dit een voordeel, maar hogere inkomens zullen merken dat ze in de nieuwe tweede schijf meer belasting betalen.
Zelfstandigenaftrek en mkb-winstvrijstelling
De belangrijkste verandering voor zzp’ers is dat de zelfstandigenaftrek verder wordt afgebouwd naar €2.470 in 2025. Dit is onderdeel van een geleidelijke verlaging die eerder is ingezet. Ook de mkb-winstvrijstelling gaat omlaag, van 13,31% naar 12,7%. Eerder was voorgesteld om deze vrijstelling verder te verlagen naar 12,03%, maar dat gaat niet door.
Wat betekent dit voor jou?
Voor veel zzp’ers betekent deze maatregel een directe belastingverhoging. Waar je eerder een groter deel van je inkomsten kon vrijstellen, moet je nu over een groter deel belasting betalen. Stel, je hebt een jaarwinst van €30.000. In 2024 kun je €3.750 aftrekken, wat je belastbare winst verlaagt tot €26.250. In 2025 daalt dat aftrekbedrag naar €2.470, waardoor je meer belasting betaalt over een hogere winst.
Box 2 en Box 3 - aandelenbezit, sparen en beleggen
Heb je een aanmerkelijk belang in een bedrijf (5% of meer van de aandelen)? Dan betaal je over winstuitkeringen tot €67.804 hetzelfde tarief van 24,5% als in 2024. Voor bedragen daarboven daalt het tarief van 33% naar 31%.
In box 3 blijft het belastingvrije vermogen op €57.684. Voor vermogen daarboven betaal je 36% belasting over het fictieve rendement dat de Belastingdienst voor 2025 vaststelt.
Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) wordt versoepeld
Krijg je een bedrijf door een erfenis of schenking? De bedrijfsopvolgingsregeling wordt versoepeld. De eis om het bedrijf vijf jaar voort te zetten na overname wordt verkort naar drie jaar. Hierdoor kun je sneller besluiten om het bedrijf te verkopen na een overdracht.
Vanaf 2026 komen alleen gewone aandelen met een minimaal belang van 5% nog in aanmerking voor de BOR. Ook worden herstructureringen binnen de bezits- en voortzettingseisen eenvoudiger gemaakt, bijvoorbeeld bij fusies of splitsingen.
Innovatie en digitale economie
Het kabinet wil dat Nederland aantrekkelijk blijft voor bedrijven, vooral in de digitale en innovatieve sectoren. In 2025 investeert het kabinet €900 miljoen via Invest-NL en €100 miljoen via Invest International om innovatie en internationaal ondernemerschap te stimuleren. Dit is vooral gericht op duurzame en startende bedrijven die strategische technologieën ontwikkelen.
Daarnaast stijgt het budget voor de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO), een regeling die belastingvoordeel biedt voor innovatieve bedrijven, naar €1,5 miljard. Dit betekent dat bedrijven minder belasting hoeven te betalen over kosten voor onderzoek en ontwikkeling, waardoor innovatie goedkoper wordt.
Behoud van inkoopfaciliteit dividendbelasting
Het plan om de inkoopfaciliteit in de dividendbelasting af te schaffen per 2025 gaat niet door. Hierdoor blijft de mogelijkheid bestaan om onder bepaalde voorwaarden aandelen in te kopen zonder dividendbelasting te hoeven betalen.
Renteaftrekbeperking vennootschapsbelasting
De renteaftrekbeperking in de vennootschapsbelasting wordt versoepeld. Vanaf 2025 kunnen bedrijven een groter deel van hun rente aftrekken: tot 25% van de winst, in plaats van de huidige 20%. Dit betekent dat bedrijven minder belasting betalen over hun winst wanneer ze hoge rentekosten hebben.
Giftenaftrek vennootschapsbelasting vervalt
Vanaf 2025 is het voor vennootschappen niet meer mogelijk om giften aan goede doelen (ANBI’s of SBBI’s) af te trekken van de winst. Giften worden dan gezien als winstuitkeringen (dividenden) aan aandeelhouders, waarover belasting moet worden betaald. Sponsoring en uitgaven voor maatschappelijk verantwoord ondernemen blijven echter wel aftrekbaar.
Het is belangrijk om op te merken dat deze belastingplannen nog moeten worden goedgekeurd door zowel de Tweede als de Eerste Kamer. Pas na goedkeuring zullen de maatregelen officieel ingaan. Dit betekent dat de plannen nog kunnen worden aangepast voordat ze definitief worden.